Communicatieadvies

Voor wie
Een communicatieadvies kan aangevraagd worden door de persoon met autisme zelf of door zijn of haar omgeving. Dat kan bijvoorbeeld het gezin of de begeleiding van degene met autisme zijn.

Wat houdt het precies in
Communicatieadvies betekent dat gekeken wordt naar de taal- en communicatieve vaardigheden en prikkelverwerking van degene met autisme. Deze vaardigheden en bijzonderheden worden in kaart gebracht door gesprekken en vragenlijsten, soms in combinatie met een taaltest. De gesprekken worden gevoerd met de persoon met autisme zelf, aangevuld met vragen aan zijn of haar omgeving.
Op basis van de vastgestelde vaardigheden en bijzonderheden wordt een communicatieadvies uitgebracht. Dit is een document waarin beschreven staat wat de vaardigheden en bijzonderheden zijn in de wijze van communiceren en prikkelverwerking en hoe hier het best op aangesloten kan worden. De adviezen richten zich op: communiceren, visualiseren, prikkelverwerking en dag- en weekstructuur.

Wat een communicatieadvies op kan leveren:
De informatie over de individuele wijze van communiceren en tips hoe daar goed op af te stemmen, zorgt ervoor dat het communiceren voor degene met autisme duidelijker is, dat het als minder prikkelend wordt ervaren en minder energie kost.
Wat jij graag wil vragen, vertellen of leren, komt goed over.
Met als grootste doel: het afstemmen in de communicatie levert een fijner contact met elkaar op.

Het communicatieadvies zit vaak verweven in het autismebegeleidingstraject, maar het advies kan ook afzonderlijk worden aangevraagd.

Heb je vragen of wil je een aanvraag doen? Kijk dan voor de contactgegevens bij ‘aanmelden en contact’.

Verder lezen?

Achtergrondinformatie
Autisme wordt gezien als een ándere manier waarop het brein informatie verwerkt. Ze zeggen wel eens: iemand met autisme ervaart de wereld anders dan iemand zonder autisme. Dit betekent eigenlijk: de manier waarop een persoon met autisme informatie hoort of lees, opslaat en herinnert verloopt anders. Vooral in de communicatie komt deze andere manier van informatie verwerken tot uiting. Bij autisme hoort vaak dat er meer tijd nodig is om te begrijpen wat de ander zegt of wat er gebeurt. Er is soms meer tijd nodig om goed te kunnen verwoorden. Informatie kan de persoon met autisme overspoelen. Soms is het even te veel.

Taal is niet zo objectief als we vaak denken. We interpreteren wat je zegt en wat je doet vaak genoeg niet op precies dezelfde wijze. 'Ik heb een muis gekocht' hoeft bij de ander geen schrik aan te jagen als je toelicht dat het voor je computer is, bijvoorbeeld. Miscommunicatie ligt altijd op de loer, in iedere vorm van communiceren, en zeker in het contact met een persoon met autisme vanwege de andere wijze van informatie verwerken. Er kan onbegrip, onduidelijkheid, onzekerheid, moeilijkheden in het gedrag en het mislopen van een leermoment ontstaan. Want immers, alles wat we leren, leren we door middel van communicatie. Een optimaal verlopende communicatie betekent dus een groter leereffect. Hoe communiceer je bijvoorbeeld een taak of opdracht? Hoe geef je je uitleg? Hoe breng je je kennis over en hoe leer je dagelijkse vaardigheden aan?

De communicatie met een persoon met autisme vraagt om een andere vorm en inhoud: het tempo van spreken, de hoeveelheid informatie die je in één keer aanbiedt, je woordkeus, de zinsbouw, communiceer je mondeling, schriftelijk, via plaatjes of een combinatie daarvan?
Voor familie, vrienden, collega’s en zorgverleners is het belangrijk om te weten: Hoe sluit ik in mijn manier van communiceren op de persoon met autisme aan?